Huiskamer lezingen
Kunst en cultuur educatie:
pilot 2013-2014 Hummelo
Met deze cursus maak ik de
kijk van deelnemers op kunst en cultuur rijker en breder door andere
disciplines, dan alleen de beeldende disciplines, te introduceren en
behandelen. Ik hoop enigszins een nieuwe interesse of bestaande
interesse uit te breiden
en ook met andere ogen te gaan kijken en beschouwen om het essentiële
van kunst
en cultuur duidelijk te maken.
Als docent beeldende kunst en vormgeving, geef ik lessen aan volwassenen.
Dit zijn praktische lessen: tekenen en schilderen, keramiek en boetseren.
Daarnaast werk ik als begeleider in een kunstatelier voor mensen met een
beperking. Daar werken kunstenaars die schilderen en er is een weefafdeling
waar we hippe stoffen weven en bijvoorbeeld ook gerecycled materiaal verwerken,
zoals bijv. repen plastic en videotapes.
Kunst is geen kunstje
De instelling: Ik maak
kunst en het is mooi, is een sterk oordeel. Is dit wel zo? je zou je ook kunnen
afvragen of alle kunst die gemaakt is, wel kunst is. De tweede stelling; 'Dat virus had ik eerst ook, maar als je naar school gaat (lees Academie) leer je dat wel af', maakt een kritische aantekening. Door te lezen en open te staan voor andere inzichten en meningen,
bereik je meer. Het sluit goed aan bij mijn slogan over beeldende vorming en
educatie: Kunst is geen kunstje. Deze
gedachten is ook de basis die onder mijn nieuwste cursusopzet Kunst en cultuur educatie (KCE)voor volwassenen ligt: een uniek concept. Laagdrempelig en een interactieve opzet!
Als docent BKV heeft het didactiseren van kunst me altijd
geboeid en daarin ben ik professioneel
en onderscheidend in de markt. Het heeft me er ook toe gebracht om de
vakken CKV en Kunst Algemeen /
Kunstgeschiedenis als het ware te mixen tot een uniek concept.
De opzet is afkomstig van het CKV curriculum en het nieuwe vak Kunst Algemeen
zoals dat wordt gegeven op het VO. Bij CKV als vak ligt de nadruk op cultuur,
het zelfbeleven en reflecteren (verslaglegging) op meerdere disciplines binnen
kunst en cultuur. Binnen het vak Kunst Algemeen kijk je vanuit verschillende
invalshoeken naar kunst en cultuur. Hierbij is ook het kunsthistorisch
redeneren een belangrijk aspect. Kunstgeschiedenis is meer dan een opeenvolging
van jaartallen en stijlen. Zelf heb ik ervaren dat de cultuurhistorische context de Kunst alleen maar rijker en
interessanter maakt. Het
zijn de ingrediënten in mijn keuken,
waarvan ik de cursisten elke keer een mooi arrangement van laat proeven.
Dit uiteraard aangepast
aan het niveau van de groep cursisten en het achterwege zijn van een lesboek.
Net zoals bij leerlingen het erom gaat bepaalde denkprocessen aan te leren en
dat ze vanuit het creatieve denkproces leerstrategieën kunnen halen, draait het bij KCE om processen die het levenmet kunst en cultuur kunnen ondersteunen en verdiepen.
Het zijn leuke en korte werkvormen in elke les,
zodat de leerstof beter beklijft. Zodoende steekt iedereen er toch echt wat van
op, zonder huiswerk en lesboeken! Wat uit de vakdidactische hoek afkomstig is, is de inbreng van de interactieve opzet en het gebruik van actieve werkvormen, zoals een Museumspel,
kunstwerken omschrijven of ‘Wie van de Drie’ met diverse dansen. Hierdoor
krijgt de cursist ook begrip krijgt voor het historisch redeneren.
‘mooi’ of ‘niet mooi’
De vakspecifieke,
beschouwelijke terminologie stelt de cursisten al doende in staat om verder te
gaan in zijn of haar begrip voor kunst en cultuur. Niet het wel of niet mooi vinden van
kunst staat voorop, maar gaandeweg raakt de cursist vertrouwd met het vakjargon
en gaat deze zelf toe passen. Het beschouwen van kunst vraagt kennis van beeldende begrippen en deze worden
behandelt op een actieve wijze: niet
alleen luisteren en kijken, maar ook meedoen. In deze cursus spreken we niet meer over ‘mooi’ of ‘niet mooi’. We gaan
profs worden!
Hierbij komt het volgende
aspect gelijk om de hoek kijken, want niet in elke periode van de geschiedenis zijn de normen en de smaak
over het begrip schoonheid hetzelfde. De onhandigheid waarmee de vroege
fresco's en schilderijen zijn vervaardigd, spreken niet iedereen aan. Daarintegen
kan de uitdrukking, of het inhoudelijke gegeven soms weer een reden zijn om een
bepaald werk wel weer te appreciëren. Of de neiging van beschouwers om de
waarde van een werk te beoordelen op grond van gelijkenis. De mens heeft de
neiging altijd conventionele vormen en kleuren voor de enige juiste te houden,
maar we moeten ons altijd afvragen wat de intentie van de kunstenaar kan zijn
geweest om hetgeen van wat hij zag te veranderen. Bovendien moeten we ons
realiseren dat hetgeen waaraan we gewend zijn om het te zien ook maar een
afspraak is. Bijvoorbeeld de regels omtrent het perspectief in de Westerse
kunstgeschiedenis zijn gebaseerd op afspraken.
De context waarin de
besproken werken worden geplaatst is algemeen-historische,
sociaal-economische, en religieus-filosofische. Daardoor worden ze voor de
hedendaagse toehoorder niet alleen een stuk toegankelijker en begrijpelijker, maar
ook interessanter. Hierbij kan de kunstfilosofie ons van dienst zijn. Hoewel
dit een zwaar onderwerp is, zijn er manieren om dit ook laagdrempelig te
bespreken en behandelen. In de cursus komen enkele kunstfilosofen en hun theorieën
aan bod en de kunstfilosofie kan van dienst zijn om ons de ogen anders te openen.
Beeldende kunst en
architectuur, cultuur houden ons een spiegel
voor. Alleen herkennen we vaak nog niet wat we zien. In de cursussen en
lezingen kunst- en cultuureducatie leert
de cursist anders te kijken naar kunst en cultuur. Vanuit mijn eigen
achtergrond en ervaring besteed ik in mijn lessen naast stijlkenmerken en
kunsttheorie ook veel aandacht aan de praktische kant van het maken van een
kunstwerk.